Sterk oh zo sterk zijn we, toch voelt dat niet altijd zo. Ben vooral moe en verlang naar een rustpunt, een punt om even te zitten, te zuchten en achterom te kijken, te verwerken. Hoe ben ik godsnaam hier beland vraag ik mezelf wel eens af. Was ik niet die slimme student die van feestjes hielt en lekker in een studentenhuis woont? What the f##k doe ik hier, al te vaak in het kankerkinderziekenhuis? Waarom staat mijn leven stil en niet dat van een ander?
Maar de tijd gaat door en rust in mijn hoofd zal ik niet vinden voordat dit allemaal af is. Af? Het is natuurlijk nooit af. Vanaf 24 september is het begonnen, de angst dat het niet goed afloopt, dat het terugkomt, dat ze weer ziek wordt, dat we weer naar het ziekenhuis moeten. Die angst zal nooit meer verdwijnen, niet als de chemos af zijn, als ze misschien over vijf jaar zeggen dat ze klaar is en niet over hopelijk dertig jaar en ze gaat trouwen. De tijd voor de kanker was een ander leven, een leven wat nooit meer terug zal komen. Ik zou zo graag weer in het leven staan zoals toen, onbevangen en onbezorgd. Ik zou een moord doen om me druk te kunnen maken over files, vervelende opdrachten op m’n werk, kinderfeestjes of snottebellen. Het maakt me allemaal niet uit, maar één ding maalt door mijn hoofd, dag en nacht. Dat het goed moet komen en nooit meer terug mag komen. Maar wat ik ook doe, niets helpt, niemand kan dat antwoord geven, ons troosten en ons gerust stellen.
Vorige week zelf even bloed moeten prikken (gewoon routine hoor) en vond het heerlijk dat ik zelf kon voelen hoe de naald naar binnen prikt, en niet mijn kleine meisje moet vasthouden, afleiden en troosten. Gister heeft ze een pakketje met buisjes, pleisters en verbandjes van de zusters gekregen, samen met het doktersetje wat ze al had, hebben we nu bijna een echt ziekenhuis om alles na te kunnen spelen. Ze kwam mij net ´prikken´, eerst prikt ze dan met een grote plasticnaald, dan blaast ze, zegt ze dat het weer goed is en doet ze er een pleister op. Te schattig en te treurig.
Ik zou zo graag willen dat ze naar buiten kon (het is hier nu min 5 en erg glad) lekker spelen met andere snotkindjes. Af en toe zegt ze dat ze naar school wilt gaan en kijkt dan heel zielig. Ach schatje, nog maar 6 maanden dan mag ook jij weer naar school en wij naar het werk. Dan mogen wij weer achter de feiten aan rennen, stressen naar werk, winkel, school en weer terug. Dan mogen wij ons weer druk maken over files, vervelende opdrachten op het werk, kinderfeestjes en heerlijke snottebellen. Heb er nu al zin in.
Kus.